Word je helemaal dol van de rommel? Heb je net opgeruimd en is daar nu al weer niets van terug te zien? Hoe kan dat toch?
Ongetwijfeld herken jij je dan in 1 of meer van deze redenen:
1. Het voorwerp heeft geen vaste plek.
2. Als het een vaste plek heeft heb je om een of andere reden geen zin om het daar terug te leggen.
3. Je hebt meer spullen dan dat je vaste plekken kunt creëren.
4. De ander (huisgenoot, partner, kinderen) is niet op de hoogte van de vaste plek (of heeft de noodzaak niet begrepen).
Wat herken je terug in bovenstaande? Precies! Een vaste plek. Het hebben van een functionele vaste plek zorgt ervoor dat je gemakkelijk en snel kunt opruimen. Hierdoor zal je spullen na gebruik weer eerder opbergen. En met functioneel bedoel ik dat het simpel is om het voorwerp te pakken en terug te leggen.
Lijkt vanzelfsprekend? Toch staan de meeste spullen vaak niet op de handigste plek als je geregeld te maken hebt met rommel. Of zijn kasten en lades zo volgepropt dat je eerst door andere voorwerpen heen moet graven, voordat je het gebruiksvoorwerp hebt bereikt. En na gebruik gooi je het weer bovenop die ongestructureerde stapel.
Alles een vaste plek geven en structuur aanbrengen aan opberglocaties, maakt korte metten met structurele wanorde.
Vind je het lastig om die structuur aan te brengen? Dan kan het inschakelen van een opruimcoach of een Professional Organizer een goed idee voor jou zijn.
